1.
Baby en
behandelen
Sommige mensen vragen zich af "wat valt er te behandelen aan de motoriek van een baby?". Nou ontzettend veel! Je kunt het zien als een blanco vel papier waar gedurende het eerste jaar een prachtige gedetailleerde tekening op getekend wordt. Ze beginnen op nul; kunnen nog niet gecontroleerde bewegingen uitvoeren. Door ouders te instrueren welke bewegingen ze kunnen uitlokken en op welke manier ze hun kind daarbij kunnen ondersteunen, ontstaat er een solide basis voor het verdere bewegen gedurende de daarop volgende jaren.
0-2 jaar is grof motorische ontwikkeling=basis; daarna wordt de motoriek verfijnd: rennen wordt gaandeweg beter/harder, teken-/schilder-/schrijfmotoriek wordt belangrijker,
Met een goede basis worden deze vaardigheden gemakkelijker goed beheerst.
Wanneer de basis goed is, zal de motoriek in van
Dus juist in de eerste levensmaanden van een baby is er veel winst te behalen voor de motoriek op latere leeftijd.
Ouders melden zich
Vaak zien we in de praktijk jonge zuigelingen met een voorkeurshouding. Het kind heeft zich zelf aangeleerd om telkens naar 1 kant te kijken. Het gevolg is dat de schedel aan 1 kant afvlakt en er dus een asymmetrische schedel ontstaat.
Niet alleen de afgevlakte schedel is hierbij een probleem. Dat is enkel de cosmetische kant van het probleem. Een kind dat alsmaar naar rechts kijkt, beweegt ook meer aan die lichaamszijde en krijgt dus aan die zijde eerder controle over het bewegen. Er ontstaan asymmetrische bewegingspatronen, wat nadelig is voor het bewegen op latere leeftijd (basisschoolleeftijd). De kinderfysiotherapeut kan gerichte oefeningen geven om de voorkeurshouding te doorbreken en zo het probleem, zowel cosmetisch als motorisch op te lossen.
kind wil niet op de buik liggen
laat met omrollen
billenschuiven
aangeboren afwijkingen die de motoriek beïnvloeden
erbse parese
pre-maturiteit/dysmaturiteit
2.
Hoe een Peuter werkt
De peuterfase is een belangrijke en ook noodzakelijke fase in het leven van een kind. Het hoort bij de ontwikkeling van het kind. Het is de eerste stap naar individualisatie en zelfstandigheid. Het kind ontdekt een persoon te zijn die los staat van de ouders, met een eigen mening en een eigen wil. En dat is natuurlijk een heel erg belangrijke ontdekking. De koppigheidsfase, die meestal zo rond de anderhalf de kop begint op te steken en vaak zo rond de drie en een half/ vier jaar weer begint te verdwijnen, is dan ook zeker een belangrijke fase die bijna ieder kind doormaakt.
Het is een hele leuke, uitdagende fase voor de kinderfysiotherapeut om mee om te gaan.
Spelenderwijs ontdekken kinderen hun zintuigen en hun motoriek, waardoor ze leren.
Soms gaat dat leren niet vanzelf en heeft een kind hier meer oefening dan gebruikelijk is voor nodig. Een kinderfysiotherapeut kan hierbij helpen.
Welke problemen zien we zoal in deze leeftijdsfase:
- achterblijvende motorische ontwikkeling, zoals laat lopen
- afwijkende looppatronen (zoals op de tenen lopen, met de voeten naar binnen of juist naar buiten lopen, veel struikelen), angst voor bewegen
- opvallend gebruik van 1 hand ten opzichte van de andere
3.
De interesse prikkelen van een schoolkind
- achterblijvende kleutervaardigheden zoals hinkelen, huppelen, hard rennen, balvaardigheden.
- Maar er worden nu ook fijn motorische vaardigheden gevraagd, zoals tekenen en knippen.
- Vanaf groep 3 moeten kinderen gaan schrijven. Hier kunnen kinderen moeilijkheden ervaren.
- Niet mee kunnen komen met de gymlessen
- Maar ook kunnen sportblessures om de hoek kijken. Kinderen zijn immers in de groei; er verandert gedurende de schooljaren veel in het lichaam.
- concentratieproblemen
- lateralisatieproblemen
- PsychoMotorische Therapie (PMT).
4.
Een puber in beweging krijgen
Een probleem van deze tijd is dat kinderen teveel stil zitten achter een spelcomputer of tablet.
Het gevolg van die passieve leefstijl is overgewicht. Dit is een opkomend probleem onder de jongeren in Nederland.
De kinderfysiotherapeut probeert deze groep kinderen weer te motiveren om actief te worden en hun leefstijl te veranderen middels een multidisciplinaire aanpak (samenwerking met een kinderdietist en psycholoog)
Een inactieve houding geeft verhoogde kans op lichamelijke klachten zoals rug- en nekklachten, waar de kinderfysiotherapeut bij kan helpen.
Ook zien we in deze leeftijdsfase regelmatig sportblessures zoals rugklachten, knieklachten en enkelblessures.